Presentatie (tekst)
Geschiedenis
De eerste dansen waren waarschijnlijk voor vermaak of een klein groepje mensen, maar algauw werden het voorstellingen met toeschouwers. Het begon in de eigen omgeving, gewoon in huis bijvoorbeeld maar later gingen ze echt dansen in theaters.
Theaterdans
Je hebt theaterdans en cultuurdans. Theaterdans heeft een artistieke(kunstige) bedoeling en wordt voor een publiek opgevoerd. Het kenmerk van een dansvoorstelling is dat de danser de taal van het lichaam gebruikt om iets te vertellen.
Cultuurdans
Cultuurdans is een dans die meer een sociale functie heeft, zoals volksdansen en gezelschapsdansen. Bij Cultuurdans gaat het niet persee om het vertellen van een verhaal, maar om de gevoelens van een groep mensen te beleven. Vroeger danste de mensen bijvoorbeeld om de goden gunstig te stemmen. Ook dansten ze op feesten en gelegenheden. In een aantal landen zijn de oude volksdansen nog steeds mooie tradities. Oude Dansgroepen hebben die traditionele volksdansen bewerkt tot prachtige theatervoorstellingen, die ook tot ver in het buitenland succes hebben.
Bij een dansvoorstelling kan je onderscheid tussen de voorstellingen maken door goed naar de inhoud te kijken. Je kan de voorstellingen namelijk opdelen in drie verschillende soorten: Een verhalende dans, Thematische dans & Abstracte of Absolute dans.
Verhalende dans
Een verhalende dans houdt in dat een dansstuk een verhaal vertelt, vaak zijn het bestaande verhalen zoals sprookjes. Voorbeelden hiervan zijn: Het Zwanenmeer of The Sleeping Beauty.
Thematische dans
In dit geval vertelt het dansstuk geen verhaal maar is er sprake van een uiting van gevoelens, stemmingen of gedachten, zoals angst en liefde. De dans behandelt een politiek of maatschappelijk thema zoals discriminatie. Bij sommige thematische dansstukken kan je wel korte verhalen ontdekken.
Abstracte of absolute dans
Als het om abstracte of absolute dans gaat heeft het dansstuk meestal geen verhaal of thema, het gaat dan gewoon om de bewegingen, er hoeft geen betekenis aan te zitten.
Dansstijlen
In westerse dansstijlen heb je 4 soorten stijlen:
• Academische dans/klassiek
• Moderne dans
• Jazz- en musicaldans
• Streetdance
- Academische dans
Academische dans wordt ook wel klassiek ballet genoemd. Deze dans gaat uit van vaste voetposities, de bewegingen van de dansers zijn vooral naar boven en naar buiten gericht.
- De moderne dans
De moderne dans gaat meer uit van de natuurlijke bewegingen van de mens het is was aardser en meer naar de grond gericht zoals bewegingen van vallen en opstaan, de dansers dansen meestal op blote voeten.
- Jazz-en musical dans
Deze dans is een combi van verschillende dansvormen, de dans dient als levend decor bij het optreden van zangers in grote shows of om een verhaal te ondersteunen van een musical. Bij deze dans moet je soms ook goed kunnen zingen omdat je als achtergrondkoor kan optreden of als groep een rol speelt in het verhaal. Een voorbeeld van Jazz- en musicaldans is tapdans.
- Streetdance
Ook deze dans is een combi, van hiphop en breakdance. Deze dans is gevormd op de straat door jongeren. Breakdance valt meer onder dans met rappen, scratchen en graffiti. De danser maakt acrobatische bewegingen met lichaamsdelen. Opvallend is het ritmische voetenwerk en het gebruik van hoofd, hand of schouders als steunpunt.
De choreograaf
Voor het maken van een dansvoorstelling heb je een choreograaf nodig. De choreograaf kiest een verhaal of idee uit waar hij de danspassen in verwerkt. Sommige choreografen hebben gebruiken geen idee of verhaal maar improviseren dan gewoon danspassen. Dat kan natuurlijk ook, maar bij een verhalend of thematisch dansstuk wordt er wel een verhaal of idee gebruikt. De choreograaf leidt dan ook de repetities en door de samenwerking tussen de dansers en de choreograaf ontstaat er meestal een geweldig dansstuk. Vroeger werd het dansstuk vastgelegd door de danspassen te tekenen op papier, maar tegenwoordig gebruiken we hier een mobiel of camera voor. Zo kunnen andere dansers het dansstuk ook leren en nadoen.
Klassieke balletvoorstellingen
Bij het klassieke ballet is het niet zo dat alle dansers samen de hoofdrol dansen, zoals bij veel dansvoorstellingen. Bij klassiek ballet heb je de solisten die de hoofdrollen dansen zoals de Prima Ballerina. De half solisten dansen de bijrollen en de andere balletdansers dansen in een groep als een soort achtergronddansers.
Een geliefd onderdeel van een balletvoorstelling is een Pas De Deux, dat is een dansstuk die door twee solisten wordt uitgevoerd. Dat kunnen stelletjes zijn maar het kunnen ook gewoon twee vrouwen of twee mannen zijn
Ook is een danser zijn een zwaar beroep, je moet veel trainen en optreden. Ook duurt een klassieke opleiding acht tot tien jaar. Dansers beginnen daarom al jong met dansen. Je moet ook elke dag oefenen om je conditie goed te houden en je techniek te perfectioneren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb